Denken en (niet) doen !

Wat zijn denkfouten?

Denkfouten zijn veelvoorkomende gedachten, die niet altijd overeenstemmen met de werkelijkheid. Het gevolg hiervan kan zijn, dat je niet altijd het juiste gedrag vertoont en/of verkeerde uitspraken doet.

Belangrijk is natuurlijk, dat je je bewust wordt van dit soort denkfouten, maar nog meer wat je er aan kunt doen.

Veel voorkomende denkfouten uit de psychologie

1. Zwart-wit denken (Alles-of-niets denken): Een situatie heeft enkel twee kanten en/of uitkomsten.

”Ik ben hier niet goed in, ik leer het nooit.”

2. Ramp denken: De gedachte heeft negatieve toekomstverwachting of een rampzalig eind. 

Ik ga dadelijk die sollicitatie in en ik ga een paniek aanval krijgen waardoor ik geen adem kan halen.”

3. Mentaal filteren (Diskwalificeren van het positieve): Het verwaarlozen van het goede. Positieve ervaringen, handelingen en kwaliteiten worden verwaarloosd en je kunt het al raden.. Het negatieve blijft over.

Ik kan het wel goed gedaan hebben, maar dat wil niet zeggen dat ik zelf slim ben. Het was gewoon geluk.”

4. Emotioneel redeneren: Gevoelens worden als waarheid geïnterpreteerd en rationele overwegingen worden genegeerd. 

Ik weet dat ik ook echt wel wat goed doe, maar ik voel me gewoon een mislukkeling.”

5. Stigmatiseren: Het labelen van jezelf (of anderen) op een manier die direct en kort door de bocht is. 

”Hij is een slecht mens.”

6. Overdrijven/minimaliseren: Een onredelijke beoordeling op basis van de realiteit waarbij goede dingen vaak worden geminimaliseerd en foute dingen worden uitvergroot.

”Ik word altijd afgewezen en ik kan ook niks goed doen”

7. Selectief abstraheren: Details liggen vooral op de negatieve dingen, terwijl het volledige beeld buiten beschouwing blijft.

‘Wanneer ik vandaag niet ga trainen, verlies ik al mijn spiermassa.” 

8. Gedachten lezen: Denken te weten wat andere denken, zonder meerdere opties te overwegen.

”Hij vindt mij een complete mislukking”

9. Overgeneraliseren: Het trekken van een (negatieve) conclusie die niet in verhouding staat tot wat er gebeurde.

”Niemand wil vrienden met mij zijn”, gebaseerd te weinig likes op social media

10. Personaliseren: Gedrag van anderen op jezelf projecteren als waarheid of feit.

”Hij wou me niet eens helpen omdat hij toch dacht dat ik niet te redden zou zijn.”

11. ‘Moeten’ of ‘zouden moeten’ uitspraken: Een strikt idee van hoe mensen zich moeten gedragen, zonder flexibiliteit.

”Ik moet vandaag naar de sportschool anders faal ik voor deze week.”

12. Oogkleppenvisie: Je ziet alleen 1 kant van de situatie. 

”Heb je hem weer met zijn praatjes. Die persoon zegt alleen maar onzin.”

Hoe kun jij deze informatie gebruiken?

Zijn er denkfouten die jij van jezelf herkent of niet, of dat je er niet bewust van bent of juist bij anderen ziet.

Het wordt al duidelijker als je dit opschrijft. 

De stappen die jij kunt zetten

Wil je er ook iets aan doen, beantwoord dan onderstaande vragen.

1. Welke denkfouten ken ik van mezelf?

2. In welke context of situatie komen deze op?

3. De gedachte die ik heb, is die volledig en objectief?

4. Wat mis ik of wat vertellen andere mij?

5. Zouden die ook waar kunnen zijn?

6. Welke kanten heeft de situatie nog meer en hoe zou ik ook kunnen          denken?

7. Hoe ga ik mezelf in een volgend denksituatie bijsturen?

Herhaal deze stappen

Je kunt dus invloed hebben op jouw gedachten.

Beantwoord dus na een aantal weken of maanden weer de bovenstaande vragen. Let op woorden als:  ‘altijd’, ‘nooit’, ‘telkens’, ‘falen’, ‘ik kan het niet’.  Is dit de volledige kant en wat mis je?

Uiteraard heeft dit tijd nodig.